Publicatie in het blad Toon
Oefening baart kunst, gaat steeds
minder op
Binnen
het onderwijs wordt het belang van een goede motorische
ontwikkeling te
weinig onderkend. Het motto: oefening baart kunst, gaat
steeds minder
op. Een vroegtijdige signalering, bijvoorbeeld in groep2,
kan veel
voorkomen, vindt Wil van Rijn, motorisch remedial teacher.
Een
leerkracht van groep 5 van de basisschool meldt een jongen aan met
bewegingsstoornissen. Zijn bewegen tijdens de gymlessen is krampachtig
te noemen. In de klas laat zijn klein motorisch
functioneren te wensen over.
Ook zijn sociaal- emotioneel functioneren baart zorgen. Van de
ouders komt de volgende informatie: Hij kende een moeilijke geboorte.
Zij hebben zich steeds zorgen gemaakt over zijn motorische
ontwikkeling, maar werden door de diverse instanties met een kluitje in
het riet gestuurd. Ze kregen opmerkingen als: ‘uw kind groeit er wel
overheen’, of ‘de problemen vallen wel mee: u maakt zich zorgen om
niets’.
Hij is bang voor grote ruimtes.
Zo kroop hij onlangs nog van de bank van de auto bij het
passeren van
een brug. Het wekt dan ook geen verwondering dat hij
nauwelijks in het
water durft tijdens de zwemlessen. Bij balspelen loopt hij
verdwaald
rond en houdt zich te vaak bezig met virtueel bewegen
(meebewegen
zonder daadwerkelijk aan het spel deel te nemen).
Buiten
de bewegingslessen zijn er ook problemen binnen de andere
functioneringsgebieden: het schrijven is nauwelijks te
lezen, het lezen
blijft spellend en er komen steeds meer
‘slordigheidfouten’ voor in
zijn taal- en rekenwerk.
Vreugde van het leren
Bovengenoemd
verhaal staat niet op zichzelf. Een groot percentage van
leerlingen van
groep 3 heeft motorische problemen en tengevolge daarvan
ontstaan er
steeds vaker problemen bij het cognitief en
sociaal-emotioneel
functioneren.
Het belang van een goede
motorische ontwikkeling wordt in het basisonderwijs te
weinig
onderkend. Het motto: oefening baart kunst, gaat steeds
minder op.
Kinderen voortdurend confronteren met iets wat ze niet
kunnen,
veroorzaakt een niet meer willen. Een kind met
spellingsproblemen mag
je zijn ‘wel’-kunnen, niet afnemen. Het gebeurt te vaak
dat het naar de
remedial teacher moet tijdens een les die het ‘makkelijk’
missen kan.
De vreugde van het leren verdwijnt wanneer je niet meer
kunt laten zien
dat je op andere gebieden wel knap bent.
Een
groot deel van de motorische ongemakken bij kinderen wordt
veroorzaakt
door het niet meer goed doorlopen van de diverse
ontwikkelingsfasen.
Twee handen
Het
te snel voor de televisie zetten, betekent voor de ouders
een
rustmoment, maar voor het kind het begin van negeren van
de eigen
creativiteit. Kinderen weten niet meer wat het betekent om
zich te
vervelen. Vervelen betekent dat je weer creatief wordt in
het bedenken
van vaardigheden. Kinderen kunnen van niets iets maken en
daar
eindeloos op voortborduren.
De
indringende beelden van de televisie en de
computerspelletjes hebben
een remmende werking op de motorische ontwikkeling van
kinderen en
maken de hersenen lui. Het te snel werken met de
computermuis werkt een
discriminatie van een zijde in de hand. Dit gebeurt omdat
het kind
tussen twee en een half jaar en zes jaar veel handelingen
met twee
handen moet verrichten om het rechts of links worden te
optimaliseren.
Uit
ervaring is gebleken dat hoe langer je een kind
symmetrisch
(tweehandig) laat zijn, hoe beter hij straks gaat
functioneren. Te
vroeg met één hand functioneren, vraagt om problemen. Een
verkeerde
voorkeur ontwikkelen is snel gebeurd. Op te jonge leeftijd
veel achter
de computer betekent dat het kind alles met de rechterhand
gaat doen.
De muis ligt nu eenmaal aan de rechterkant. Ik zie het op
scholen waar
ik kom. Linkshandige kinderen bedienen met hun rechterhand
de
computermuis.
Veel energie
Waarom
een soort hetze naar de televisie en de computer? Kinderen
bewegen te
weinig. Door bewegend bezig te zijn, ontwikkelen zich
belangrijke zaken
die nodig zijn om goed te functioneren. Wanneer een kind
niet op de
juiste wijze weet een bal los te laten, komt de bal nooit
daar waar het
kind wilde. Gecoördineerd vastpakken en loslaten, betekent
dat het kind
een potlood beter zal hanteren en makkelijker zal gaan
schrijven.
Door
een goede tweezijdigheid te creëren zal het kind eerder
voldoen aan de
voorwaardelijkheden die nodig zijn om cognitief en
sociaal-emotioneel
te functioneren.
Het gevolg van een
goede lateralisatie (voorkeurskantkeuze) zal een rustiger
kind laten
zien die zijn concentratie langer kan vasthouden. Het
heeft, omdat er
geen ontwikkelingsmomenten zijn overgeslagen, een goede
basis opgezet
om zich andere vaardigheden eigen te maken.
Onvoldoende
lateraliteit betekent een zijde die niet coöperatief, maar
storend
aanwezig is. De onrustige zijde moet door het kind steeds
onder
controle worden gehouden wat veel energie kost. Dit gaat
ten koste van
de concentratie. Voor veel kinderen met deze problematiek
betekent een
schooldag twee schooldagen, wat betreft de energie
investering.
Screenen
Vroegtijdige
signalering kan veel problemen voorkomen. Wanneer kinderen
op het
moment dat ze naar groep 2 gaan, motorisch zouden worden
gescreend,
weet je wat ze aan bagage bij zich hebben. Er is dan een
jaar ruimte om
een plan te maken met veel ruimtelijke vaardigheden die
moeten worden
uitgevoerd met twee handen en twee voeten. Dit om de
kinderen goed te
lateraliseren, waardoor ze optimaal naar groep 3 kunnen
gaan. Schrijven
hoort hier dan nog niet bij. Motorische remedial teaching
zou voor
probleemgevallen een goede oplossing kunnen zijn.
Meer informatie op www.mrtabc.nl
Wil van Rijn, Motorische Remedial Teacher
Streamers
Te vroeg met één hand functioneren,
vraagt om problemen
Vervelen betekent weer creatief worden in
het bedenken van vaardigheden
|